Dressuurmatig grondwerk, ofwel werken aan de hand, op een cirkel 10 meter is een effectieve manier om je paard te helpen met balans en buiging. Een paard staat voor op smal spoor en achter op breed spoor. Het bekken is breder dan de schouders. Dat is ook de reden dat wanneer je niet licht de buiging bepaalt, de achterhand vaak (iets) naar binnen loopt.
Ik start met dressuurmatig grondwerk vaak op een cirkel en niet op de rechte lijn omdat het op de cirkel makkelijker is de juiste lengtebuiging aan te nemen. Hoe kleiner de straal van de cirkel, hoe meer het paard uitgenodigd wordt om te buigen.
De lengtebuiging neem je later mee naar de rechte lijn want ook op de rechterlijn is het paard licht hol aan de binnenzijde. Je hebt dit nodig voor de balans om het dragende achterbeen te bepalen.
De eerste uitdaging is om zelf een vaste looprichting aan te houden op de straal van de cirkel. In het begin kun je ter ondersteuning 4 pionnen neerzetten (elk op een kwart) om je gevoel voor het figuur te ontwikkelen.
Opbouw:
Begin de oefening vanuit stilstand, waarbij je het paard in stelling vraagt niet verder dan het binnenvoorbeen. Vraag iets voorwaarts-neerwaarts en stap zijwaarts weg. Neem je paard van daaruit mee in een voorwaartse flow de cirkel op.
Belangrijk is dat je je oriënteert op de straal van de cirkel die door de pionnen aangegeven wordt. Des de stabieler jouw looprichting, des de makkelijker je paard zijn balans kan vinden.
Als je merkt dat het paard soepel en ontspannen beide richtingen op kan, begin dan de pionnen af te bouwen en werk alleen met een oriëntatiepunt in het midden.
Wil jij op de hoogte blijven van onze nieuwste ontwikkelingen?
Meld je aan voor de nieuwsbrief!
We houden niet van spam. Hier doen wij zelf dan ook niet aan mee.